Een tand of kies bestaat uit een kroon en één of meer wortels. In iedere wortel loopt een kanaal waarin zenuwvezels en kleine bloedvaten zitten. Dit weefsel wordt ook wel de pulpa genoemd. Als de pulpa ontstoken is, of ontstoken is geweest, moet een wortelkanaalbehandeling uitgevoerd worden. De pulpa kan ontstoken raken door een lekkende vulling, een harde klap of bacteriën. In de meeste gevallen zijn bacteriën de oorzaak van een ontsteking aan de pulpa. 

​

Wat gebeurt er tijdens een wortelkanaalbehandeling?

​

Tijdens een wortelkanaalbehandeling wordt het ontstoken tandweefsel verwijderd. Dit gebeurt onder lokale verdoving om pijn tijdens de behandeling te voorkomen. Vaak worden er diverse röntgenfoto's gemaakt. Zo heeft de tandarts een goede controle over het verloop van de behandeling.

Eerst wordt de tand of kies opengemaakt en wordt het ontstoken weefsel verwijderd.

Daarna wordt het kanaal met kleine vijltjes gereinigd en wordt het kanaal  gespoeld met een desinfecterende spoelvloeistof.

Vervolgens wordt het kanaal of de kanalen gevuld en maakt de tandarts de tand of kies weer dicht met een vulling of moet een kroon worden vervaardigd als de kies te zwak is geworden.

​

De duur van de behandeling is afhankelijk van het aantal wortelkanalen en de moeilijkheidsgraad. Tanden hebben  vaak één wortel, maar kiezen hebben meer wortels.

Vaak kan de tandarts de wortelkanaalbehandeling in één keer afronden. In sommige gevallen moet u een aantal keer terugkomen.

​

Na het reinigen van de wortelkanalen kunt u eventueel napijn krijgen die enkele dagen kan aanhouden. Deze pijn zal per dag afnemen. Met pijnstillers kunt u deze napijn goed onderdrukken.

Een antibioticum is meestal overbodig. 

​